s
Die letzten Leiden des Erlösers Wq.233
Julia Lehzneva sopraan
Berit Solset sopraan
Sophie Harmsen mezzosopraan
Patrick Grahl tenor
Ludwig Mittelhammer bas
Collegium Vocale Gent
Akademie für Alte Musik, Berlin
Benjamin Bayl dirigent
Net als zijn vader Johann Sebastian, verruilde Carl Philipp Emanuel Bach een betrekking aan het hof voor een uitdagende job als cantor en muziekdirecteur. Als kamermusicus van de Pruisische koning Frederik de Grote in Berlijn was hij uitgegroeid tot de meest gerespecteerde componist van zijn tijd. Toch voelde zijn overstap in 1768 naar het kosmopolitische Hamburg aan als een bevrijding. Eindelijk kon hij zich onbelemmerd focussen op zijn eigen empfindsame stijl vol verfijning, expressie en originaliteit. Zo ook in Die letzten Leiden des Erlösers (Wq 233), de passiecantate uit 1770 voor vijf solisten, koor en orkest. Dit zelden gehoorde meesterwerk op tekst van dichteres Anna Louisa Karsch had als geen ander de kwaliteit om ‘de harten te beroeren’ en het lijden van Christus met de grootste inleving te verklanken. Geen wonder dat het vijftien jaar na elkaar op de affiche van de Goede Week zou blijven staan!