Artistiek directeur
PHILIPPE HERREWEGHE
Johannes BRAHMS (1833-1897):
Schicksahlslied op.54
Motetten op.74
Gesang der Parzen op.89
Anton BRUCKNER (1824-1896):
Te Deum
Hanna-Elisabeth Müller _soprano_
Okka von der Damerau _alto_
Maximilian Schmitt _tenor_
Tareq Nazmi _bass_
Collegium Vocale Gent
Orchestre des Champs-Élysées
Philippe Herreweghe
Onzekerheid en twijfel over het eigen kunnen typeren Anton Bruckner (1824-1896) als geen ander. Niet zo voor het feestelijke Te Deum in C, een compositie die hij koesterde als zijn favoriete werk en bijzonder goed ontvangen werd bij de première in 1886. Geschreven voor solistenkwartet, vierstemmig koor, orgel en orkest getuigt deze lofzang – net als de onafgewerkte Negende Symfonie uit 1894 – van Bruckners mystieke religiositeit. Monumentaal is zijn ontzag voor de Allerhoogste aan wie hij nederig beide werken opdraagt. Ooit liet hij zich ontvallen dat mocht God hem ter verantwoording roepen en vragen wat hij met zijn talenten had verwezenlijkt, hij zou antwoorden: “Ik zal hem de partituur van mijn Te Deum aanbieden en ik hoop dat hij mij genadig zal oordelen.”