s
*Johannes BRAHMS* (1833-1897):
Symphony No.3 op.90
Schiksalslied op.54
Alto Rhapsody op.53
Begräbnisgesang op.13
Gesang der Parzen op.89
Ann Hallenberg _alto_
*Collegium Vocale Gent*
HR-Sinfonieorchester Frankfurt
Philippe Herreweghe
Grootschalige werken voor koor en orkest vormen een significant onderdeel van het oeuvre van Johannes Brahms (1833-1897). Zonder twijfel voert _Ein deutsches Requiem_ het rijtje werken aan en zet het door de grote diversiteit en het historisch bewustzijn van de schriftuur de stilistische bakens voor de latere orkestrale koorwerken. Wat tonaliteit en harmonie betreft zocht Brahms onophoudelijk verder naar een zo rijk mogelijke taal, zowel in het sombere _Schicksalslied_ op een gedicht van Friedrich Hölderlin als in het zesstemmige _Gesang der Parzen_ uit 1882. Drie jaar later bekroonde hij zijn symfonische oeuvre met de _Vierde Symfonie_ op. 98 waarin Beethoven en Bach over zijn schouder meekeken.